De gemeenteraad gaat principieel akkoord met de aanstelling van het diensthoofd P&O als eerste plaatsvervanger van de algemeen directeur, de aanstelling van de beleidsmedewerker P&O als tweede plaatsvervanger van de algemeen directeur en bij verhindering van de eerste en tweede plaatsvervanger de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen om een plaatsvervanger aan te stellen, namelijk één van de MAT-leden met uitzondering van het diensthoofd Leven&Welzijn en de WZC-directeur.
Het is noodzakelijk om de algemeen directeur, in geval van gewettigde afwezigheid te vervangen.
De gemeenteraad is bevoegd om de vervanging van de algemeen directeur te regelen. De waarnemend algemeen directeur oefent alle bevoegdheden uit die aan het ambt verbonden zijn.
De gemeenteraad mag op maat van de eigen organisatie een regeling uitwerken voor de vervanging van de algemeen directeur bij verhindering of afwezigheid. Deze regeling moet echter wel in overeenstemming zijn met alle wettelijke bepalingen.
Het decreet lokaal bestuur legt geen voorwaarden op waaraan de waarnemend algemeen directeur moet voldoen. De toezichthoudende overheid zegt dat de waarnemend algemeen directeur echter wel, minstens tijdelijk, een personeelslid van de gemeente moet zijn omdat de algemeen directeur zelf ook gemeentepersoneel is.
Om de poule van mogelijke personeelsleden te vergroten, wordt voorgesteld om niet enkel het diensthoofd Personeel & Organisatie en de beleidsmedewerker Personeel & Organisatie aan te duiden als mogelijke waarnemer van de algemeen directeur, maar ook de MAT-leden, met uitzondering van het diensthoofd Leven&Welzijn en de WZC-directeur.
Art. 1- De beslissing van de gemeenteraad van 21 juni 2018 waarbij mevrouw Sandrine Mouton, diensthoofd Personeel & Organisatie, aangesteld wordt als eerste waarnemer en mevrouw Faye De Pauw, beleidsmedewerker Personeel & Organisatie, aangesteld wordt als tweede waarnemer bij afwezigheid of verhindering van mevrouw Linda Turpyn, wordt ingetrokken met ingang van 20 april 2023.
Art. 2- Het diensthoofd Personeel & Organisatie, wordt aangesteld als eerste plaatsvervanger van de algemeen directeur in geval van gewettigde afwezigheid.
Art. 3- De beleidsmedewerker Personeel & Organisatie, wordt aangesteld als tweede plaatsvervanger van de algemeen directeur in geval van gewettigde afwezigheid.
Art. 4- Bij verhindering van de eerste en tweede plaatsvervanger, wordt het college van burgemeester en schepenen gemachtigd om een plaatsvervanger aan te stellen, zijnde één van de huidige MAT-leden, met als uitzondering het diensthoofd Leven&Welzijn en de WZC-directeur.
Art. 5- In geval dat de vervanger van de in de hierboven vermelde artikels niet in de mogelijkheid is om de functie van algemeen directeur waarnemend op te nemen, wordt het college van burgemeester en schepenen gemachtigd om een vervanger aan te duiden.
Art. 6- Ieder afwezigheidsperiode van de algemeen directeur langer dan 1 week wordt ter kennis gebracht aan het college van burgemeester en schepenen.