De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert de bevoegdheden voor de vaststelling van de reglementen inzake personeelsaangelegenheden (d.i. rechtspositieregeling, deontologische code, e.a.), het gezamenlijk organogram en de personeelsformatie aan het vast bureau
Het decreet lokaal bestuur voorziet in een aantal bepalingen waardoor op het vlak van personeelsaangelegenheden flexibeler en vooral sneller kan omgesprongen worden met wijzigingen in taken/opdrachten enerzijds, in behoeften anderzijds, die impact hebben op de (diensten)organisatie. Het decreet voorziet onder meer in de delegatie van de reglementen i.v.m. personeelsaangelegenheden, en in de verdere delegatie van de formatie en het gezamenlijke organogram.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder:
Overeenkomstig artikel 161 van het decreet lokaal bestuur stellen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijk organogram vast.
Overeenkomstig artikel 186 decreet lokaal bestuur stelt de gemeenteraad de rechtspositieregeling vast. De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van rechtswege van toepassing op het personeelslid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient en dat een betrekking bekleedt die ook bestaat bij de gemeente. Voor andere personeelsleden van het OCMW stelt de raad voor maatschappelijk welzijn eigen rechtspositieregelingen vast.
Het decreet lokaal bestuur gaat door op het elan om meer ruimte te maken voor lokale autonomie, lokaal maatwerk en lokale daadkracht te genereren en maakt naast de delegatie van de reglementen i.v.m. personeelsaangelegenheden (d.i. de rechtspositieregeling, het arbeidsreglement, deontologische code) ook nog de verdere delegatie van de formatie en het gezamenlijk organogram mogelijk. Daardoor kan ook sneller en flexibeler omgesprongen worden met wijzigingen in taken/opdrachten, behoeften die een impact hebben op de (diensten)organisatie.
Volgens artikel 78, tweede lid, 2° van het decreet lokaal bestuur kan de raad voor maatschappelijk welzijn de bevoegdheid met betrekking tot (onder meer) het gezamenlijk organogram, de personeelsformatie en de gemeentelijke reglementen i.v.m. personeelsaangelegenheden delegeren aan het vast bureau.
De personeelsformatie wordt in het decreet lokaal bestuur zelfs niet meer opgelegd als een verplicht instrument.
Wat betreft de rechtspositieregeling blijven de minimale voorwaarden vastgelegd door de decreetgever van kracht. Daarnaast is het enerzijds in het kader van wijzigende regelgeving, anderzijds om te kunnen (bij)sturen wat betreft de dagdagelijkse werking, wenselijk dat er snel gehandeld kan worden en dat nodige wijzigingen aan de rechtspositieregeling e.a. meteen doorgevoerd kunnen worden.
Gezien de geïntegreerde samenwerking van de gemeente- en OCMW-diensten wordt voorgesteld om voorgestelde delegatie van bevoegdheden toe te passen in beide besturen.
Deze aanpassingen werden besproken in zitting van het vast bureau van 24 februari 2023.
Art. 1- De raad voor maatschappelijk welzijn delegeert de bevoegdheden voor de vaststelling van de reglementen inzake personeelsaangelegenheden (d.i. rechtspositieregeling, deontologische code, e.a.), het gezamenlijk organogram en de personeelsformatie aan het vast bureau.
Art. 2- Het vast bureau rapporteert hierover jaarlijks aan de raad voor maatschappelijk welzijn.