Het reglement 'sociaal-culturele participatie (-kinderarmoede)' van 12 augustus 2010, laatst gewijzigd op 17 januari 2019, wordt gewijzigd.
Omdat er wordt opgemerkt dat er met regelmaat een bijkomende subsidie wordt toegekend aan het OCMW en bijkomend ook de aanvragen op vlak van sociale culturele participatie voor kinderarmoede meer in stijgende lijn liggen dan de aanvragen sociaal culturele participatie, wordt het voorstel gedaan het bestaande reglement te wijzigen.
Sedert de hervorming in 2016 van de maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ontvangt het OCMW minder subsidies. Als reactie op deze hervorming werden de individuele tussenkomsten in het OCMW-reglement verlaagd.
In september 2017 en mei 2018 kreeg het OCMW als compensatie een bijkomende subsidie. Doordat deze subsidies vrij laat werden gecommuniceerd was het zeer moeilijk om deze subsidies nog doordacht en verantwoord te besteden.
Het was echter niet duidelijk of het OCMW in 2019 al dan niet opnieuw een compensatie zou ontvangen. Daarom werd een clausule toegevoegd die de Sociale dienst de vrijheid geeft om een hogere tussenkomst toe te kennen aan personen wanneer het OCMW opnieuw een compensatie ontvangt of een hogere subsidie zou krijgen.
Omdat er wordt opgemerkt dat er met regelmaat een bijkomende subsidie wordt toegekend aan het OCMW en bijkomend ook de aanvragen op vlak van sociale culturele participatie voor kinderarmoede meer in stijgende lijn liggen dan de aanvragen sociaal culturele participatie, wordt het voorstel gedaan het 'reglement met betrekking tot de maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn' te wijzigen.
De wijziging betreft artikel 4 van het reglement:
Art. 1- Het reglement 'sociaal-culturele participatie (-kinderarmoede)' van 12 augustus 2010, laatst gewijzigd op 17 januari 2019, wordt gewijzigd als volgt:
1. Wat zijn de maatregelen ter bevordering van de sociaal-culturele participatie?
De cultuurcheques zijn maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Daarnaast worden ook maatregelen ondersteund die kinderarmoede moeten tegengaan.
Met het oog op plaatselijke betrokkenheid wordt de voorkeur gegeven aan deelname aan activiteiten binnen de eigen gemeente
2. Basisvoorwaarden en doelgroep
De aanvrager:
2.1 heeft zijn feitelijke verblijfplaats op het grondgebied van Sint-Laureins;
2.2 is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister (exclusief LOI-bewoners);
2.3 is gekend bij het OCMW van Sint-Laureins omwille van zijn actief dossier.
Komen in aanmerking: personen met een dossier:
• leefloon;
• equivalent leefloon;
• budgetbeheer, budgetbegeleiding of schuldbemiddeling;
• steun of voorschotten.
3. Welke activiteiten?
Sedert 2012 kan de cultuurcheque bestaan uit een activiteit in de geest van:
• artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 9 juni 2010 houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zijnde:
1. de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, sportieve of culturele manifestaties;
2. de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen;
3. de ondersteuning en financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak;
4. de ondersteuning en de financiering van initiatieven die de toegang van de doelgroep tot de nieuwe en informatie- en communicatietechnologieën bevorderen, met uitsluiting van de doeleinden onder 5.
• artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 9 juni 2010 betreffende specifieke maatregelen om kansarme kinderen te ondersteunen:
1. de volledige of gedeeltelijke financiering van maatschappelijke dienstverlening om de maatschappelijke integratie van achtergestelde kinderen via deelname aan sociale programma’s te bevorderen;
2. de volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor achtergestelde kinderen om hun maatschappelijke integratie te bevorderen.
Er wordt geen tussenkomst verleend voor de aankoop van:
• abonnementen op pretparken;
• fitnessabonnementen;
• (abonnementen op) kranten, tijdschriften en magazines.
4. De tussenkomst
Het bedrag van de toelage wordt bepaald op:
• Voor SCP (sociale en culturele participatie): 120 euro per gezinslid per kalenderjaar.
• Voor SCPK (sociale en culturele participatie kinderarmoede): 120 euro per kind per kalenderjaar.
Deze bedragen zijn cumuleerbaar.
Wanneer op 1 september van het lopend kalenderjaar wordt vastgesteld dat, omwille van een verhoogde subsidie of bijkomende compensatie, dat de toegekende subsidie een verhoging toelaat, kan voor SCP of SCPK een bijkomende individuele tussenkomst van maximum 120,00 euro per gezinslid per kalenderjaar worden toegekend.
De periode loopt steeds van 1 januari tot en met 31 december en stopt jaarlijks vroegtijdig bij uitputting van de financiële middelen. Na uitputting kunnen de aanvragen individueel worden voorgelegd aan het BCSD.
De toelage die jaarlijks wordt voorzien in het kader van de bevordering van de participatie en sociale activering van OCMW-gebruikers zal opgesplitst worden in 2 delen, waarbij de volgende verdeelsleutel gehanteerd wordt:
• 60% voor sociale en culturele participatie (SCP).
• 40% voor sociale en culturele participatie kinderarmoede (SCPK).
Wanneer op 1 september van het lopend kalenderjaar wordt vastgesteld dat, omwille van een verhoogde subsidie, bijkomende compensatie of verschil in aantal aanvragen per deel, de toegekende subsidie van SCP of SCPK nog niet volledig werd uitgeput, maar de andere wel, dan kan de verdeelsleutel worden aangepast.
5. De procedure
De aanvraag tot tussenkomst gebeurt bij de Sociale dienst. Een aanvraagformulier wordt ingevuld.
De maatschappelijk assistent:
• onderzoekt de aanvraag en kijkt na of de voorwaarden van het reglement voldaan zijn;
• de individuele aanvraag wordt goedgekeurd door de maatschappelijk assistent;
• de uitbetaling gebeurt door de ontvanger;
• de cliënt moet een betaalbewijs bezorgen aan het OCMW;
• de aanvragen worden ter keuring voorgelegd aan het BCSD (via een overzichtslijst).
De maatschappelijk assistent behandelt elke aanvraag vanuit zijn professioneel inzicht en zijn discretionaire bevoegdheid. Hierbij wordt elke aanvraag voldoende kritisch getoetst aan de normen van het modale gezin.
Ondanks het feit dat men voldoet aan de voorwaarden, heeft het OCMW de mogelijkheid om af te wijken van het reglement op basis van overwegingen zoals attitude en gedragsstijl t.a.v. de dossierbehandelaar en OCMW – personeelsleden, medewerking in het cliëntdossier, …
Een aanvraag kan met andere woorden ook geweigerd worden door het BCSD.
De leden van het BCSD kunnen inspraak hebben over de geest van de activiteit. Dit mag geenszins leiden tot een verenging van de beoogde doelgroep.
6. Bekendmaking
De maatschappelijk assistenten staan in voor de bekendmaking van het reglement en zullen er op toezien dat een maximaal aantal cliënten er gebruik van kan maken.
Het reglement “sociaal-culturele participatie (-kinderarmoede)” zal minimum éénmaal per jaar worden bekendgemaakt in het gemeentelijk informatieblad “De Vijfklank". Daarnaast wordt het reglement op de website van het lokaal bestuur Sint-Laureins geplaatst.
7. Ingangsdatum
Dit reglement treedt in werking vanaf 20 oktober 2023 voor onbepaalde duur.
Art. 2- Dit reglement wordt bekendgemaakt zoals voorzien in artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
Art. 3- Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen met betrekking tot 'maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn'.
Art. 4- Dit reglement treedt in werking vanaf 20 oktober 2023 voor onbepaalde duur.